top of page
Zoeken

Ik heb iets van

  • Foto van schrijver: Jan Meeus
    Jan Meeus
  • 28 nov
  • 1 minuten om te lezen

Bijgewerkt op: 6 dec

ree

Ik heb iets van, dat mag niet.

Ik heb iets van moet zijn: ik vind.


Maar ik heb iets van, nee: ik heb iets van is niet hetzelfde als ik vind. Voelen is niet aanvoelen. Zien is niet inzien. Spreken en bespreken. Vinden en uitvinden.


Het is bon ton te vinden dat ‘ik heb iets van’ niet kan omdat een of ander taalorakel het ooit met de grond gelijk maakte. Vaagtaal! En vaagtaal is not done, zeggen ze. Wegens vaag. Verder weet geen mens waarom.


Als je dat eenmaal weet, is het zowat onmogelijk om nog een normale conversatie te voeren. Het is echt een gesel om ik-heb-iets-van-mag-niet-weter te zijn want je gebruikt ik-heb-iets-van veel vaker dan je zou denken.


En anderen zo mogelijk nog meer, want als weter hoor je ze allemáál, elke keer. ELKE KEER. Nog erger wordt het als degene met wie je praat, óók een weter is.


Ik-heb-iets-van is als een speekselbolletje op de onderlip van je collega waarmee je gezellig aan het kletsen was. Eens je het ziet, ben je de lul. Ont-zien kan niet en algauw is dat het enige wat je nog ziet. Gedaan gezellige babbel.


Zulks weegt dan ook op een gesprek dat op de duur gaat lijken op dat infantiele spelletje waarbij je niet ja of nee mag zeggen: overdreven doordacht en spastisch behoedzaam.


Rebels als ik ben, heb ik nu iets van: fuck it!

Ik zeg het wél.

Ik maak er een sport van.


Vanaf nu.

 
 
 

Recente blogposts

Alles weergeven

Mee volgen?

Dankjewel!

Je kan je trouwens gelijk wanneer weer uitschrijven, mocht je dat willen.

  • Facebook
  • Twitter
bottom of page